Hoe bereken je de terugverdientijd van een investering?
De terugverdientijd (payback period) geeft in jaren aan hoe lang het duurt voordat een investering de oorspronkelijke kosten teruglevert. Dit is een snel en praktisch criterium voor beslissingen: eenvoudig uit te rekenen en direct toepasbaar in businesscases.
In dit artikel van Zaveco doorloop je concrete, testbare stappen: van eenvoudige berekening tot gedisconteerde terugverdientijd, inclusief Excel-formules, rekenvoorbeeld en checks voor restwaarde, belastingen en scenario-analyse.
Stap 1: Verzamel alle relevante cashflows
- Initiale investering (negatieve cashflow, bijv. -€50.000).
- Jaarlijkse netto kasstromen (operational profit minus extra kosten, bijv. €12.000 per jaar).
- Eventuele restwaarde of verkoopopbrengst aan het einde van de levensduur (bijv. €5.000).
- Belastingen, onderhoud en eventuele subsidies meenemen in de netto kasstromen.
Stap 2: Eenvoudige terugverdientijd – stap-voor-stap met voorbeeld
Werkwijze: tel de jaarlijkse netto kasstromen cumulatief op tot de som de initiële investering dekt.
Voorbeeld: initiële investering = €50.000. Jaarlijkse netto kasstromen: Jaar1 = €12.000, Jaar2 = €12.000, Jaar3 = €15.000, Jaar4 = €15.000, Jaar5 = €10.000.
Cumulatief: na Jaar1 = €12.000; Jaar2 = €24.000; Jaar3 = €39.000; Jaar4 = €54.000 → overschrijding tussen jaar 3 en 4.
Bereken deeljaar: resterend bedrag na jaar 3 = €50.000 – €39.000 = €11.000. Deel van jaar 4 = €11.000 / €15.000 = 0,733 jaar. Eenvoudige terugverdientijd = 3 + 0,733 = 3,73 jaar.
Stap 3: Gedisconteerde terugverdientijd (voorkeur bij lange horizon)
Waarom gebruiken: houdt rekening met tijdswaarde van geld en maakt investeringen in verschillende termijnen vergelijkbaar.
Werkwijze stap-voor-stap:
- Kies een disconteringsvoet (bijv. WACC of gewenste rendement, 8% = 0,08).
- Bereken de contante waarde (PV) van elke toekomstige kasstroom: PV = Kasstroom / (1 + r)^t.
- Maak cumulatieve optelling van PV’s tot de initiële investering is gedekt.
- Bij overschrijding bereken je het deeljaar: (restant) / (PV van dat jaar).
Gediskonteerd voorbeeld met r = 8% en dezelfde kasstromen als hierboven:
PV Jaar1 = 12.000 / 1,08 = €11.111; Jaar2 = 12.000 / 1,08^2 = €10.280; Jaar3 = 15.000 / 1,08^3 ≈ €11.926; Jaar4 ≈ €11.046; Jaar5 ≈ €6.805.
Cumulatief PV: na Jaar1 = €11.111; Jaar2 = €21.391; Jaar3 = €33.317; Jaar4 = €44.363; Jaar5 = €51.168 → overschrijding tussen jaar 4 en 5. Restant na jaar 4 = €50.000 – €44.363 = €5.637. Deel van jaar 5 = €5.637 / €6.805 = 0,828. Gedisconteerde terugverdientijd ≈ 4,83 jaar.
Stap 4: Excel-implementatie – directe formules en checklist
Hoe in Excel stap-voor-stap:
- Kolom A: Jaar (0,1,2,…). Kolom B: Kasstroom (voorbeeld: B1 = -50000, B2 = 12000, …).
- Voor eenvoudige terugverdientijd: Kolom C = cumulatieve som van B (start bij B1). Zoek eerste rij waarbij C >= 0. Bereken deeljaar: (abs(cumulatief vorige)) / (kasstroom in die rij). Formule voorbeeld: als cumulatief vóór overschrijding in C4 staat en kasstroom in B5, deeljaar = ABS(C4)/B5.
- Voor gedisconteerde terugverdientijd: Kolom D = Bn / (1+rate)^n. Kolom E = cumulatieve som van D. Zoek eerste E waar E >= 0 en bereken deeljaar: (abs(E vorige)) / (D in die rij).
- Handige Excel-functies: =NPV(rate,range) berekent PV van toekomstige kasstromen (zonder initiële kost). Gebruik NPV alleen als check; voor terugverdientijd heb je individuele PV’s nodig.
Concrete Excel-formulevoorbeeld (gedisconteerd): stel rate in cel F1 = 0,08. In D2: =B2/(1+$F$1)^A2. Sleep naar beneden. In E2: =SUM($D$2:D2). Zoek met =MATCH(TRUE,E2:E6>=ABS(B1),0) om het jaar van overschrijding te vinden.
Stap 5: Meeneemfactoren: belastingen, onderhoud, subsidies, restwaarde
- Belastingen: gebruik netto kasstroom na belasting. Indien je met bedrijfscashflows werkt, verwerk de belastingimplicaties per jaar.
- Onderhoud en vervangingskosten: verwerk als negatieve kasstromen in het jaar dat ze optreden.
- Subsidies: verwerk als positieve kasstroom in het jaar van ontvangen subsidies.
- Restwaarde (salvage value): voeg toe als positieve kasstroom in het laatste jaar.
Stap 6: Scenario- en sensitiviteitsanalyse (testbare oplossingen)
Waarom: terugverdientijd is gevoelig voor aannames. Test minimaal drie scenario’s: conservatief, base case en optimistisch.
Concrete stappen:
- Maak drie sets kasstromen: -10% opbrengst / +10% opbrengst etc.
- Bereken eenvoudige en gedisconteerde terugverdientijd voor elk scenario.
- Maak een tabel met resultaten en een grafiek van cumulatieve PV’s om visueel te zien waar de breakeven ligt.
Stap 7: Wanneer is terugverdientijd voldoende als criterium?
Gebruik terugverdientijd als eerste filter bij kleine investeringen of als liquiditeit belangrijk is. Voor strategische, lange termijn projecten gebruik je altijd ook NPV en IRR. Terugverdientijd geeft geen informatie over kasstromen ná terugverdientijd en houdt vaak geen rekening met risico of tijdswaarde (tenzij gedisconteerd).
Praktische checks voordat je besluit
- Check 1: Heb je alle kasstromen meegenomen (onderhoud, belastingen, subsidies, restwaarde)?
- Check 2: Heb je een realistische disconteringsvoet gekozen (WACC of minimale gewenste rendement)?
- Check 3: Looptijd correct gekozen? Gebruik langere horizon als opbrengsten later komen.
- Check 4: Voer een sensitiviteitsanalyse uit op ±10–20% van de belangrijkste aannames.
Direct toepasbare tip: open Excel, zet je initiële investering in B1, jaarlijkse kasstromen in B2:B6, zet disconteringsvoet in F1 en kopieer de PV-formule =B2/(1+$F$1)^A2 naar beneden; maak cumulatieve som en vind met MATCH of handmatig waar de cumulatieve PV je investering dekt — dat geeft binnen 10 minuten zowel de eenvoudige als de gedisconteerde terugverdientijd.